LESOTHO
Kingdom in the Sky
KINGDOM IN THE SKY
Vele jaren geleden reden we langs de Dragensbergen en keken we verlangend naar Lesotho, Kingdom in the Sky. Het was toen winter en dat betekende kou, regen en sneeuw in Lesotho. Nu is het zomer en wordt het tijd om dit koninkrijk op grote hoogte te bezoeken. De hoofdstad Maseru ligt al boven de 1000 meter en hoe verder we het land in trekken hoe hoger we komen. Lesotho heeft twee asfaltwegen. Een van oost naar west en een van noord naar zuid. Op de asfaltwegen is er bijzonder weinig verkeer. Maar dat wordt nog veel minder als we onverhard rijden. Nog maar een paar honderd meter van het vliegveld af zijn we al snel in het lege Lesotho met uitgestrekte bergketens waar verspreid enkele dorpjes liggen. Via onverharde wegen gaan we op weg naar Semonkong.
MENSEN WAT EEN MENSEN
Hoe mooi een gebied landschappelijk ook is, uiteindelijk wordt de sfeer bepaald door de mensen die er wonen. De lokale bevolking helpt ons bij het vinden van water en eten. En geeft ons voldoende ruimte om ons tentje op te zetten. We merken aan ons zelf dat het contact maken met mensen erg makkelijk gaat. Velen spreken een beetje Engels maar ook met handen en voeten komen we een heel eind. Expressieve gezichten die gemakkelijk te lezen zijn, gecombineerd met het vermogen om bij ons in te schatten wat we nodig hebben. Lisette vraagt om wat water en wordt uitgenodigd om mee te eten. Ik vraag in een mijnwerkersdorpje een slaapplek en voordat we het weten worden we compleet verzorgd op weg geholpen. Mooi land, mooie mensen.
THABA TSKEA
We proberen via het binnenland Thaba Tseka te bereiken. Vanaf Semonkong loopt er geen weg naar Thaba Tseka. In eerste instantie vinden we nog een hele goede gravelweg maar na ongeveer 60 kilometer houdt het op en verliezen we het spoor. In theorie zou het moeten kunnen maar in de praktijk kiezen we een ander pad. En eigenlijk begint hier de tocht pas echt. De thuis voorbereide route wordt verlaten en een nieuwe route opent zich. Moet eerlijk zeggen dat we nog geen tocht hebben gehad waar het wel volgens plan gaat. Een plan is ook niets meer dan een ruwe indicatie wat zou kunnen gebeuren. Gelukkig heeft Lesotho meer dan voldoende tracks die als alternatief kunnen dienen.
Om water te vinden hebben we echt de lokale bevolking nodig. Kranen zijn maar sporadisch te vinden dus zijn we aangewezen op water wat uit de bergen stroomt en door de mensen wordt opgevangen in jerrycans. Eerlijk gezegd voelen we ons soms wat bezwaard om in een hutje wat water te vragen. Uiteindelijk moeten de mensen zelf ook dat water ergens vandaan halen. Maar zoals iedere ervaren wereldfietser weet, kan je geen reis maken zonder de hulp van de mensen om je heen. Daar word je dankbaar van en je ontmoet de meest interessante mensen.
EVEN LESOTHO UIT
We willen de Sanipas beklimmen. Niet van de kant van Lesotho, dat is te makkelijk, maar aan de zijde van Zuid -Afrika. Via Qacha's Nek steken we de grens over en komen terecht in de grote landerijen. Wat een verschil met Lesotho waar landbouw wordt bedreven op kleine veldjes die met de hand worden bewerkt.
SANI PAS
Beroemd en berucht, de Sani pas. Beroemd omdat dit de toegangspoort is tot Lesotho. Berucht om de slechte staat van het wegdek, de steilte van de beklimming in combinatie met het onvoorspelbare klimaat. 1500 meter klimmen en in die 1500 meter kan het sneeuwen, hagelen, regenen. Er zijn windvlagen die zich een weg banen door de Drakensbergen. En het volgende moment kan de zon schijnen en lijkt er niets aan de hand te zijn.
Nu is de Sani pas voor ons een beetje wat de Alpe d'Huez is voor de wielrenner is. Je moet het gewoon gefietst hebben en als je het hebt gedaan valt het alleszins mee. De eerste 10 km staan in het teken van: 'wanneer begint de klim nou?'. De volgende 5 kilometer is: 'klotekeien, slecht wegdek maar nog niet echt steil, wanneer begint de klim nou?'. De laatste 5 kilometer is: 'Shit, dit is wel een klim, toch een stukje lopen? Of toch niet?'. Al met een een stevige pas maar prima te doen. Oh ja, boven staat een pub met ijskoud bier. Geen gebrek aan motivatie dus.
ASFALT!
En dan is er asfalt. Heerlijk glad, door de Chinezen aangelegd, asfalt. We genieten even van de snelheid. Op zondag lopen rijk verklede mannen en vrouwen langs de kant van de weg op weg naar de kerk. Prachtig gezicht. voor heel even is een derde wereld land een bakermat van stijl. Via de noordzijde van Lesotho verlaten we dit prachtige land.
DE FIETS
Voor deze tocht kozen we ervoor om zo licht mogelijk te gaan. Onze Santos 4.29 weegt 13 kilo. En dat is licht voor een stevige vakantiefiets. De Santos 4.29 is een kameleon. Zonder bepakking is het een snelle mountainbike. Met bepakking een stevige wereldfiets. Paar bijzonderheden zijn: de voorvork is de carbon vork van Lauf. De aandrijving is een Rohloff naaf. Geen ketting maar een riem van Gates. Wielen van het Duitse merk Newmen met de klassieke maar onovertreffelijke banden Schwalbe Smart Sam. Achter gebruikten we de tassen van Vaude. En voor een rolzak van Apidura.